Vervolg zindelijkheid

  • Sandra

    Eerst wordt door Lavell gesteld dat je van 4-jarigen niet mag vragen dat ze zindelijk zijn want het is een urologisch verschijnsel.

    Daarna wordt gesteld dat de meeste 4-jarigen na enkele dagen in groep 1 zindelijk zijn.

    Vervolgens wodt gesteld dat dat met de structuur het het onderwijs te maken heeft.

    Dus is het toch een pedagogisch verschijnsel en geen urologsiche verschijnsel.

    Als het met structuur te maken heeft dan kunnen ouders die structuur ook aanbrengen en zorgen dat het kind zindelijk is .

    Dat is logica, maar niet die draaikonterij en insconsistenties in het rederen van Lavell.

  • annootje

    “”Waarom kon dit dan ook al niet gerealiseerd zijn voordat het kind naar school ging en wel als het enkele dagen op school is."

    Dat is vrij een voudig. Voordat het naar school ging was het kind 3. Nu is het 4. Met 4 jarigen sta je op de drempel van zindelijk worden (meestal, in 10 - 15% van de gevallen niet trouwens, maar je kunt dat niet weten over je eigen kind. Het moet blijken). "aldus Miriam.

    Wat een onzin. Als een kind volgens jou binnen een paar dagen dat hij op school zit zindelijk kan zijn omdat hij/zij de leeftijd van 4 jaar heeft gekregen dan kan de ouder het kind als die 4 is ook binnen een paar dagen zindelijk krijgen. Dus een weekje later naar school en het probleem is oplost??

    ik heb nog nooit zo;n onzin gelezeb

  • Sandra

    Beste Annootje,

    Hetgeen je onderstaand stelt probeer ik al enkele dagen duidelijk te maken, maar de draaikonterij van Lavell heeft het kenmerk van inconsistente logica.

    ……….Als een kind volgens jou binnen een paar dagen dat hij op school zit zindelijk kan zijn omdat hij/zij de leeftijd van 4 jaar heeft gekregen dan kan de ouder het kind als die 4 is ook binnen een paar dagen zindelijk krijgen. Dus een weekje later naar school en het probleem is oplost??

    ik heb nog nooit zo;n onzin gelezen……….

  • petra kroos

    Sandra,

    Hoe zit het dan met mijn kinderen?De twee oudsten waren wel al zindelijk toen ze naar school gingen,maar mijn tweeling niet.

  • jk

    Mogelijk heb je nu met je 4 kinderen waarvan 2 onder de 4 jaar minder tijd om consequent aan zindelijkheidstraining te doen.

    Je oudste 2 zijn neem ik aan geen tweeling? Op zich is dat helemaal niet vreemd hoor en je schiet ook niet te kort, het zijn gewoon de omstandigheden.

  • Rebekka

    goed er zijn kinderen die met 5 jaar ook nog niet zindelijk zijn…

    Die wet die je voorschrijft klopt, maar daarna staat in die zelfde wet geschreven dat school dan aktief moet meedenken aan een wel passende plaats…(ik dacht met een maximum van 8 weken.) Dus niet alleen de rechten lezen ook de plichten….

    zoek maar op… waar jij je wijsheden vandaan hebt, staat deze regel erachter… (ik kan wel met links komen, maar die zullen ongetwijfeld gelijk in twijfel genomen worden, het lijkt me daarom wijs dat je je eigen informatiebron raadpleegt…)

    Als het er niet achter staat, wil ik graag weten waar je die wijsheid dan vandaan hebt gehaald… Deze is dan namelijk niet rechtsgeldig!

  • Bestuurslid MT

    Laat ik enkele voorbeelden noemen van de vrijheid van acceptatie door de school.

    1. Een school met een bepaalde godsdienstige visie mag kinderen weigeren waarvan de ouders die visie niet onderschrijven. Bijvoorbeeld de drie formulieren van enigheid.

    2. Een school mag een kind weigeren dat de leerkracht belemmert in zijn zorg voor de andere kinderen.

    3. Een school mag een kind met het syndroom van Down weigeren als dat bepaalde kind zo'n laag niveau heeft dat het volgens de school geen aansluiting kan vinden bij de andere kinderen.

    4. Een school mag een quotum opstellen m.b.t. het aantal rugzakkinderen dat men aanneemt.

    Men moet op dit prikbord niet aankomen met de regel dat er een algemene acceptatieplicht is, want die is er niet. Deze vier gevallen vinden dagelijks plaats en daar valt wettelijk NIET tegen op te treden. Dus alle in dit prikbord genoemde aanhalingen van wetsartikelen hebben juridisch geen enkele grond. Wij hebben dat juridisch laten onderzoeken en onze juridische medewerkers weten daar wel wat meer van dan de amateur meesters in de rechten op dit prikbord, zoals het gegoogle van Lavell.

  • petra kroos

    Dus het komt er eigenlijk op neer dat als ze je aardig vinden helpen ze je en als je gezicht hun niet aanstaat niet?

  • M Lavell

    “1. Een school met een bepaalde godsdienstige visie mag kinderen weigeren waarvan de ouders die visie niet onderschrijven. Bijvoorbeeld de drie formulieren van enigheid.”

    Ja, maar dan moet de school wel een godsdienstige visie hebben. Openbare scholen en algemeen bijzondere scholen mogen dat niet. Bovendien moet dat beleid consistent zijn . Het moet opgaan voor alle vergelijkare gevallen. Het mag dus niet zomaar willekeurig.

    “2. Een school mag een kind weigeren dat de leerkracht belemmert in zijn zorg voor de andere kinderen.”

    Maar de bewijslast dat dat in onevenredige mate het geval is, ligt bij de school.

    “3. Een school mag een kind met het syndroom van Down weigeren als dat bepaalde kind zo'n laag niveau heeft dat het volgens de school geen aansluiting kan vinden bij de andere kinderen.”

    Nee. Dat mag alleen als de school punt 2 aannemelijk kan maken. Het mag niet enkel en alleen op basis van de handicap. Dat is discriminatie.

    “4. Een school mag een quotum opstellen m.b.t. het aantal rugzakkinderen dat men aanneemt.”

    Nee. De school moet aannemelijk maken dat het individuele geval ‘te veel’ is. Rugzakkkinderen verschillen net zo van elkaar als alle kinderen. Rugzak betekent niet automatisch onevenredig veel zorg van de leerkracht. Het kan ook het hebben van technische hulpmiddelen betekenen.

    De school zal aan de beslissing tot weigering altijd een zorgvuldig onderzoek van de zorgbehoeften en raadpleging van het ACTB vooraf moeten laten gaan. Pas als de school aannemelijk kan maken dat die behoeften groter zijn dan de school kan bieden, dan mag de school de leerling weigeren.

    “Men moet op dit prikbord niet aankomen met de regel dat er een algemene acceptatieplicht is, want die is er niet.”

    Er is geen acceptatieplicht, maar dat betekent niet dat er een standaard recht tot weigeren van leerlingen is.

    “Deze vier gevallen vinden dagelijks plaats en daar valt wettelijk NIET tegen op te treden.”

    Wel degelijk. Zie www.fovig.nl/downloads/brochure_verwijderen_definitief.pdf

    Dat ouders dat niet zo vaak doen komt omdat ze helemaal geen zin hebben in een gang naar de rechter (is duur, duurt lang, corrumpeert de verhoudingen).

    Bovendien vergelijkt u appels en peren. Maak eens aannemelijk dat een niet zindelijk kind onevenredig veel tijd kost dat bovendien ten koste gaat van de andere leerlingen. Het lijkt me flauwekul. In de pauze verschonen is verschoning genoeg (gemiddelde elke 2 uur, waarschijnlijk is er minder nodig). Daar hoeven de overige leerlingen niks van te merken.

  • M Lavell

    “Wij hebben dat juridisch laten onderzoeken en onze juridische medewerkers weten daar wel wat meer van dan de amateur meesters in de rechten op dit prikbord, zoals het gegoogle van Lavell.”

    Dat dacht het schoolbestuur (en de advocaat van de overkoepelende vereniging) van deze school ook.

    Toch kreeg ik gelijk.

    A UITSPRAAK Reclame Code Commissie

    http://www.reclamecode.nl/rccmenu/persbericht.asp?persberichtID=137

    Reclame Code Commissie

    Uiting webpagina ^basis^school `Het Open Venster' misleidend

    Een uiting op een onderdeel van de website van de

    Haagse ^Schoolvereniging (HSV), www.hsvdenhaag.nl/openvenster, is door

    de Reclame Code Commissie misleidend geacht.

    Het betreft een afdeling van de door de HSV in stand gehouden

    ^basis^school, genaamd Het Open Venster, waar ^onderwijs wordt gegeven

    aan dyslectische^ kinderen. Uit de informatie op de website wordt

    onvoldoende duidelijk dat géén sprake is van een particuliere ^school,

    maar van een gesubsidieerde ^school, waarbij de ouderbijdrage

    vrijwillig is en de toelating tot de ^school niet van deze bijdrage

    afhankelijk is.

    Het gaat met name om de onder het kopje Exploitatie opgenomen

    zinsneden: De exploitatie wordt voor het grootste gedeelte opgebracht

    door de^ ouders van de leerlingen. De ouderbijdrage per leerling

    bedraagt thans 675 per maand.

    De uiting is in strijd met de wet (artikel 40 van de Wet op het

    Primair ^Onderwijs) en is misleidend. De Commissie heeft adverteerster

    aanbevolen om in het vervolg niet meer op een dergelijke wijze reclame

    te maken.

    Inmiddels is de website aangepast.

    Kenmerk: Dossier 05.0511 d.d. 17 februari 2006