Rekenen op de basisschool

  • Peerke

    Nee, een sneer van een vijf is goed genoeg voor jou.

  • Bas Bintje

    Dacht je er weer(!) aan? Begint dat lid geen fobie te worden voor je?

  • *** Lotje ***

    kan ook een ,,lid,, woord zijn :D

  • Bas Bintje

    Of lidmaat? Of roept dat weer bepaalde gedachten op?

  • *** Lotje ***

    lid-maat !!!! denk het :D

  • Peerke

    Wat moet je nu helemaal uit je hoofd leren. Dat is volgens mij 6 keer 9, 7 keer acht en 7 keer 9. Met drie of vier sommen blijven mensen moeite houden.

    Je kunt 100 sommen maken. Vanwege het commutativiteitsgesetz vallen er 45 af. Tafel van 1 en 10 zijn triviaal, dus die strepen we ook weg; over: 45 - 19 = 26.

    Niet echt spannend is 2 keer 2, maar ook de andere kwadraten. Over: 26 - 8 = 18.

    Ook niet spannend: de drie overgebleven vijfjes; over 15. Commutatiefgesetz: nog eens 3, over 12

    2 keer 3 is 3 + 3, 2 keer 4 en 3 keer 4, zijn met snel optellen te vinden. Weer drie minder: 9 over.

    Iets meer over, maar als je je op deze concentreert, dan krijg je de rest feitelijk cadeau:

    1 2 3 4 5 6 7 8 9

    1

    2

    3 18 21 24 27

    4 24 28 32 36

    5

    6 42 48 54

    7 56 63

    8 72

    14 sommen over zes leerjaren moet toch niet te veel gevraagd zijn. Être en avoir zijn toch lastiger, daar kun je niet op grond van trivialiteit het præsens wegstrepen.

  • Marto

    In dagelijkse situaties is het gemakkelijk om niet meteen je rekenmachine nodig te hebben. Neem je je rekenmachine ook mee naar het zwembad?

    Wat mij betreft moeten leerlingen aan het eind van de basisschool de tafels van 1 t&m 20 gewoon kennen. In groep 5 aan het einde van het schooljaar de tafels 1 t&m 10.

    Praktijkvoorbeeld:

    Een marktkoopman verkoopt spijkerbroeken voor €49,00 per stuk en 2 broeken voor €100,00. Veel mensen kochten er 2 voor de genoemde €100,00. De marktkoopman heeft goed gebruik gemaakt van het gebrek aan kennis van zijn klanten.

  • harineke

    Bij ons op school leren de kinderen de tafels gewoon uit het hoofd. In groep 4 moeten ze de tafels 1 t/m 5 kennen en in groep 5 de tafels 1 t/m 10 en de kinderen die ze snel leren gaan gewoon verder met de tafels van 11, 12 etc.

    Harineke

  • Sol

    Deels heb je gelijk wat je schrijft over de aanpak van het reken onderwijs op de basisschool. Bij een realistische methode komt alles van zelf. Het biedt aan de zwakke rekenaars geen structuur. jij als leerkracht moet naast een realistische aanpak ook de tradionele aanpak toepassen. Jij als leerkracht moet structuur aanbrengen aan de methode. en je moeten werken naar je tussendoelen. bv. groep 3: de splitsingen aanbieden eerst aanschouwelijk dan abstracht, met een opbouw van de splitsing van 5, daarna 6 enz en blijven oefenen enz.Heel veel doen aan het automatiseren. bij een realistische methode: vandaag bv splitsing van 5, na 3 lessen wordt het in een ander jasje aangeboden en dan ook de splitsing van 6,7, enz. geen structuur.idem aanbieden tafels. tot groep 4 lukt het aardig, daarna in 5, 6 haken heel wat kinderen af. een realistische methode is voor de betere leelingen.In de ondebouw van de basisschool (de kleuters)daar start het probleem.

    www.elk kind kan rekenen.nl