Je zegt:
Die ken ik, maar daarvoor hoef je de exacte wiskunde niet te vervangen door een uitsluitend numerieke. Ik heb er een programma mee gemaakt, dat de normale verdeling benadert met Taylorreeksen. Is het ook niet gewoon een kwestie van mentaliteit bij de leerlingen, dat er geen interesse meer is voor wetenschap? Worden ze niet te veel afgeleid door massaconsumptie, televisie en de computer?
Waarom zoek je geen contact met geinteresseerde docenten op scholen. In je woonomgeving zijn deze docenten vast wel te vinden. Onderwerpen voor allerlei profielwerkstukken hebben hun leerlingen hard nodig! Of de huidige leerlingen niet te veel worden afgeleid…. Wellicht heb je gelijk. Soms denk ik, dat we in het huidige onderwijs te veel van leerlingen eisen. Zoals je weet is er in Nederland veel aandacht en belangstelling voor het ‘'nieuwe leren’' met nadruk op zelfwerkzaamheid, zelfstandigheid bij het (leren) studeren. Op mijn school begint deze aanpak al vanaf klas 1, ook in het VMBO T(heoretische) L(eerwerg). Voor een aantal leerlingen werkt deze aanpak, zelfs voor een VMBO leerling.
Maar…. het ‘nieuwe leren’ is helemaal niet nieuw. In 1973 deed ik eindexamen VWO en toen moesten ik en mijn medeleerlingen in kleine groepen aan het werk: elk groep was ook echt serieus aan het werk.Het was muisstil in het lokaal. Op de scholen waar ik de laatste jaren heb gewerkt en die het studiehuisconcept in hun onderwijs hebben ingevoerd, constateer ik een enorm verschil met ‘mijn tijd’'. Waar ik en mijn medeleerlingen in alle stilte met elkaar samenwerkten, is het tegenwoordig vaak een ‘'Villa Kakelbont’'. Wellicht heb je wel gelijk dat massaconsumpie, (sommige) televisieprogramma''s en (sommige aspecten van) computergebruik hun negatieve invloed op het gedrag van leerlingen hebben.
Je zegt:
Opzoeken gebeurt volgens mij heel weinig. Zoals vroeger encyclopedieën niet gebruikt werden, zo wordt nu de wetenschappelijke kant van internet niet benut. Er staan juweeltjes van verhandelingen over het Gothisch op het net, maar niemand bekijkt het. Ik snap nu alles van het verband tussen “zien” en “weten” en “zullen” en “verschuldigd zijn”, maar je kunt er nergens mee terecht.
Ja hoor. Opzoeken doen (mijn) leerlingen heel vaak, maar het is opzoeken met wat ik noem opzoeken op het ‘'niveau van trefwoorden’'. ‘'Google’' is momenteel, zoals je weet, de meest gebruikte zoekmachine. En sommige van mijn leerlingen zijn ware meesters in ‘googelen’' . Echter waar leerlingen niet opletten zijn (onder meer) de relevantie en de bruikbaarheid van de gevonden data. Ook vergeten zij te kijken wie de auteur van de geraadpleegde tekst is. Zodra in de tekst enkele gegevens staan die in de opdracht van hun docent voorkomt, denken zij dat zij er al zijn. Afdrukken (van het internet) en de opdracht inleveren. Een aantal leerlingen doen nog de moeite om de internettekst (letterlijk) naar een Word-document te kopieren, om die tekst enigszins te kunnen bewerken. Sommige van mijn collega''s hebben niet eens door dat hun leerlingen plagiaat plegen……………
Wat betreft de wetenschappelijke kant van het internet betreft, die is vrijwel geheel afgeschermd. Zelfs een zoekmachine zoals Google heeft geen toegang tot deze (betaalde) kennisbanken. Zoals je weet ligt alles wat er op het internet is gepubliceerd in het zogenoemde diepe web (95% van de publicaties op het internet), onbereikbaar voor Google. Overigens, in de overige vijf procent is veel bruikbaars te vinden. Dat zijn je Gotische juweeltjes bijvoorbeeld.
Een encyclopedie mag vroeger nauwelijks worden gebruikt, nu weten leerlingen niet eens wat een encyclopedie is. En dat in een naslagwerk zoiets als een trefwoordenregister bevat… is bij heel veel leerlingen geheel onbekend. Op de een of andere manier is het nodig om leerlingen te wijzen op welke manier zij de kracht van de klassieke informatiemedia met die van het internet kunnen combineren. Hoe zou je leerlingen die balans kunnen laten vinden? Zelf het voorbeeld geven is zeker een noodzakelijke voorwaarde, voldoende is deze voorwaarde, lijkt mij, niet.
Echt waar. De abc-formule staat op de formulekaart. Als je mij niet gelooft, informeer dan bij een docent wiskunde. Die ken je vast wel.