“Dit gaat dan om de school die met zorg is uitgekozen en waarin de ouders vertrouwen stelden. Waarom is dat vertrouwen zosnel weg? ”
Omdat het vertrouwen beschaamd is. Dat kan komen omdat de ouder bij het uitkiezen van een school (al dan niet zorgvuldig) te veel vertrouwen hebben in de school. Meer dan realistisch is (ze verwachten dat de school wonderen kan verrichten) of meer dan de realiteit is (ze hebben op zich realistische verwachtingen, maar de realiteit is dat school ook die niet waar kan maken).
Je verwijt ouders hoe dan ook dat ze te veel vertrouwen hebben. Welk gepast wantrouwen zou jij ouders mee willen geven ten opzichte van scholen zodat hun vertrouwen niet zo snel beschaamd raakt?
“Ik ben zelf leerkracht en wil dolgraag het beste voor mijn leerlingen, net als hun ouders. Toch raak ik ook verzeild in conflicten.”
Vier zinnen die in feite alles duidelijk maken. Jij schept hier zelf als leerkracht een niet realistisch beeld van dat wat ouders van jou mogen verwachten. Je wil het beste voor je leerlingen (dat is realistisch) en voegt daar ‘net als hun ouders’ aan toe. Die toevoeging maakt het onrealistisch.
Ouders dienen een individueel belang. ‘Het beste’ voor hun kind is niet automatisch het beste voor jouw leerlingen. Jij wil dus niet hetzelfde als de ouders. Jij wil iets anders en soms is dat niet het beste voor het kind, maar wel het beste voor de klas.
Het in een groep verkeren van een individu impliceert automatisch dat dat individu in moet leveren. Het draait niet om individuen op school, maar om ‘de leerlingen’, alle leerlingen van de klas, de school en het geheel. Vroeger (tot ver in de jaren zestig) was dat besef een gewoon besef. Maar met het individualistischer worden van de maatschappij is dat idee weggeëbt. Onderwijs is meer en meer een individueel belang en een individuele verrijking.
Die gedachte heeft bijvoorbeeld ook geleid tot het invoeren van lesgeld en het steeds weer verhogen van de college-gelden. De ouders van de basisschoolleerlingen van nu hebben die verandering aan den lijve ondervonden. Een flink deel van hen is nog bezig met het afbetalen van hun eigen studieschuld en dat vinden we redelijk vanuit de gedachte dat onderwijs vooral iets is dat je voor jezelf doet, dus moet je er ook zelf voor betalen.
De basisschool is vooral in woorden met deze verandering meeontwikkeld. Er worden zinnen gebruikt die jij ook gebruikt en termen als ‘het kind centraal’. De ‘vrijwillige’ ouderbijdrages schieten de pan uit, want voor wat hoort wat, vooral in het balang van ‘het kind’.
Het is dus niet zo heel vreemd dat ouders denken dat de school hun kind als individu wat te bieden zal hebben en dat zij bovendien menen dat de leerkracht het belang van hun individuele kind zal dienen.
Maar dat is niet de realiteit want de vorm van het basisonderwijs is niet veranderd. Het is nog steeds een klas met een groep leerlingen en de verantwoording die scholen af moeten leggen over de kwaliteit van het onderwijs, gaat over percentages, niet over individuen.
Een school waarvan 90% van de kinderen naar of boven verwachting doorstroomt, is een goede school. Dat 10%, dus ongeveer 3 individuen per klas, dat niet lukt wordt de school door niemand aangerekend. Behalve wellicht door de ouders van die 3 leerlingen. Dat zijn ouders die menen dat ook hun kind recht heeft op een school die eruit haalt wat er in zit. Is dat dan een onredelijke verwachting?
Het zou prettig zijn als scholen en leerkrachten realistisch zijn over wat er van hen verwacht kan worden. De realiteit is dat de school niet alle leerlingen even goed zal kunnen bedienen. Bij sommigen werkt het ‘recept’ helemaal niet zelfs.
Dat is geen schande. Het wordt pas schandalig als de school bij hoog en bij laag blijft beweren een ‘goede’ school te zijn (zie de uitkomsten in percentages) en op basis daarvan meent die enkelen die erbij inschieten links te kunnen laten liggen.
Scholen zouden creatiever in innovatiever moeten zijn om voor die enkelingen, soms maar tijdelijk trouwens, een ander recept toe te passen waar deze kinderen wel individueel voldoende voortgang mee bereiken. Helaas is dat niet de modus in het onderwijs. Vernieuwing gaat steeds in één machtige beweging voor alle leerlingen. En dat helpt niet, want ook dat nieuwe recept zal niet voor 100% van de leerlingen effectief zijn. Er zijn altijd leerlingen die niet passen.
Het gaat dus om de bereidheid van de school om zich in voorkomende gevallen aan te passen aan de leerling. Die bereidheid is er nauwelijks en dat blijkt eens te meer uit jouw opmerking: “Een school is toch meer dan een marionet die naar de pijpen van alle ouders dansen.”
Deze opmerking is volkomen overtrokken huilerigheid. Het is eerder andersom want als het recept van de school (of schoolonderwijs in het algemeen) de leerling onvoldoende te bieden heeft, dan kunnen ouders daar helemaal niks aan doen. Er is schoolplicht. Het kind moet naar school. Iets anders mag niet op straffe van boetes, gevangenisstraf of zelfs uithuisplaatsing.
Ouders die tegen een onwillige school aanlopen hebben nauwelijks instrumenten om zich daartegen te weren, terwijl scholen desnoods met de sterke arm vanzelf van klanten worden voorzien.
Ouders en leerlingen hebben een hele zwakke positie en moeten maar afwachten wat de school hen gunt aan fatsoen en respect voor de leerrechten van de leerlingen. Die rechten zijn niet opeisbaar en scholen die ze negeren zijn niet strafbaar.
In de discussies over kleuterverlengen en het hanteren van 1 oktober als doorstroomgrens, kun je zien dat dat fatsoen en dat respect tamelijk dun gezaaid is onder scholen. Het interesseert ze geen hol dat ook leerlingen van na 1 oktober recht hebben op doorstroom en al helemaal niet dat leerlingen van voor januari die niet doorstromen (kleuterverlengen) de rest van hun schoolloopbaan als zittenblijver door moeten.
Ik kan je daarom wel een advies geven: wees realistisch over dat wat je te bieden hebt als leerkracht en als school en maak duidelijke keuzes: Wat als het kind niet gebaat blijkt bij jouw lesstijl? Ga jij je dan aanpassen, of een alternatief voor dat kind op dat moment verzinnen? Of doe je gewoon je ding en interesseert het je geen hol dat sommigen daarvan geen profijt of zelfs nadeel ondervinden?
Als dat laatste het geval is, zeg dat dan bij het intakegesprek en hou je mooie woorden over ‘hetzelfde willen als de ouders’ lekker binnen. Die woorden zijn misleidend en wekken verwachtingen waarvan jij op voorhand al weet dat je ze niet waar zult maken.
Moet je natuurlijk niet huilerig gaan doen als ouders hun vertrouwen verliezen. Daar kun je op wachten als je verwachtingen wekt die je niet zult waarmaken.
Vreemd verwijt eigenlijk aan ouders. Ze hebben te veel vertrouwen…. Maar wel waar inderdaad.