De HEBO is een opleiding bedoeld voor studenten die een functie ambieren bij een een (inter) nationele overheidsorganisatie in een EU- land..Het studieprogramma omvat vakken op het gebied van het europese recht, politicologie, (cultuur)geschiedenis, en economie van EU-landen (met nadruk op de onderlinge institutioneel-economische verschillen) en uiteraard talen en culturen van de EU-landen.
De IBL opleiding is meer bedoeld om in een commerciele organisatie, niet noodzakelijk in de EU, te gaan werken. De nadruk in de IBL opleiding ligt evenals bij de HEBO op talen, maar er is wel een accentverschil. Het talenonderwijs in de IBL-opleiding is sterk op het internationale bedrijfsleven gericht. Economievakken zoals bedrijfs -en commerciele economie komen komen meer aan de orde dan bij de HEBO opleiding. Daarentegen besteedt de HEBO meer aandacht aan de rol en de invloed van ‘'Brussel’' (denk aan mw N.Kroes(!!) op de economie van EU landen.
De E(conomisch)- L(inguistische) opleiding bestaat,voor zover ik weet, niet meer. Oorspronkelijk was de EL opleiding bedoeld voor HEAO studenten die HEAO studies zoals HEAO Bedrijfseconomie, Commerciele Economie, Bedrijfsinformatica, Accountancy (veel) te moeilijk vonden. In de EL opleiding was de component economie (veel) minder zwaar dan in de genoemde HEAO- studies. Daarentegen werden de talen ‘verzwaard’' aangeboden.
Afhankelijk van de gekozen HEAO richting is er een doorstroommogelijkheid in het WO. Bedenk echter dat elke universiteit die een WO-opleiding economie aanbiedt haar eigen eisen stelt. Wat elke universiteit eist van een ‘'doorstroomstudent’' is onder meer,een aantoonbare kennis van VWO wiskunde A!/ A2 zoals die op het VWO-examen wordt gevraagd. Als uw dochter deze kennis niet heeft dan zal de universiteit eisen dat zij deze kennis moet hebben verworven, VOORDAT zij aan haar universitaire studie economie begint. Een ‘'gewoon’' HEAO- diploma (zie hier onder) geeft geen vrijstelling van deze eis.
Tegenwoordig hebben de meeste HEAO''s een samenwerkingsverband met een universiteit. Er bestaat dan de mogelijkheid om tijdens de HEAO studie (meestal na het tweede studiejaar) een verzwaard studieprogramma economie en wiskunde (een zogenoemde doorstoomminor) te volgen, zodat de doorstroming naar het WO soepel(er) kan verlopen. U kunt het beste bij de HBO instelling informeren, waar uw dochter wilt gaan studeren, welke mogelijkheden er zijn.
Bedenk verder dat door de verschillen in ‘zwaarte’' van de verschillende HEAO-opleidingen, niet elke HEAO-opleiding soepel aansluit op een opleiding WO-economie. Zo zijn de universitaire studiemogelijkheden in economie voor studenten van ‘'traditionele’' HEAO-opleidingen Bedrijfseconomie, Commerciele Economie, Bedrijfsinformatica,Management, Economie en Recht, Accountancy en Fiscaal Recht, veel groter dan die van bijvoorbeeld een HEBO of IBL opleiding. Dit betekent niet dat er geen vervolgmogelijkheden zijn! Zo is er aan de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit in Nijmegen de mogelijkheid om een meer beleidsgerichte studie economie te volgen. In Nijmegen bestaat bovendien de mogelijkheid om economie met een studie taal, geschiedenis en cultuur van een EU land te combineren. Echter, deze ‘'alternatieve’' studierichtingen economie hebben ook de wiskunde A1/ A2 toelatingeis.