Digibord succes bij Nederlandse wiskundelessen

  • Ani

    14 april 2010 Ricus Dullaert

    Digibord werkt goed, in ieder geval bij wiskunde

    Wiskundeleraar Bob Pruiksma geeft les met behulp van een digibord. Kijk bij digitale leermiddelen niet naar wat er allemaal technisch mogelijk is, maar naar wat werkt. Zoals wiskunde op een digitaal schoolbord in Sneek.

    Op het digibord staan vier parabolen in een grafiek. „Vraag vier! Wie snapt die niet?”, vraagt wiskundeleraar Bob Pruiksma aan zijn klas. „Ik”, roepen enkele meisjes rechtsvooraan. Klas 6 vwo van christelijke scholengemeenschap Bogerman in Sneek oefent voor het eindexamen wiskunde A door een examen van vorig jaar door te kijken.

    „Ik kan me indenken dat het lastig is”, zegt Pruiksma. „Maar luister, huiver en verbaas je over de eenvoud.” Hij tekent een verticale lijn in de grafiek, en schuift de lijn naar rechts. „Als ik dáár zit, heeft x vier verschillende waarden. Maar hier” – hij schuift de lijn naar links – „snijden de parabolen elkaar, en is de winst niet afhankelijk van p. Ja?” Bij vraag 16 tovert Pruiksma een digitale versie van de grafische rekenmachine tevoorschijn. Daarop kan hij precies aangeven hoe zijn klas een formule moet invoeren.

    De leerlingen op de Bogerman werken niet zomaar met de digiborden. Ze doen mee aan het onderzoek ’Leren met meer effect’, uitgevoerd door het SCO Kohnstamm Instituut in opdracht van Kennisnet, waarvan de resultaten vandaag verschijnen. De onderzoekers keken de afgelopen twee jaar op tien scholen hoe ICT in de praktijk werkt. Zo bleek op het Twents Carmel College dat onderwijsassistenten een deel van het werk van de leraar kunnen overnemen, als ze ondersteund worden door een goed computerprogramma.

    Op de Bogerman keken ze of het gebruik van digiborden de wiskundeles leuker maakt. Ja, is het antwoord: de leerlingen die met de digiborden werkten waren gemotiveerder dan degenen die op de traditionele manier les kregen. De prestaties gingen er niet van omhoog. „Maar de verwachting is dat dat op de lange termijn wel gebeurt”, aldus Pruiksma.

    De leerlingen zijn inderdaad positief over het digibord. „Of ik wiskunde nu leuker vind, weet ik niet”, zegt Dagmar Tieleman (17). „Maar alles gaat wel sneller dan op een krijtbord.” „En het is ook duidelijker”, vult haar klasgenoot Leonie Spronk (18) aan. „Je kunt in grafieken tekenen, makkelijk met verschillende kleuren werken. Ik had nooit veel zin in wiskunde, maar door de leuke presentatie is het nu wel beter geworden.”

    Ander voordeel: alles is terug te kijken, want de uitleg wordt op de internetpagina van de school gezet, op een plek waar alleen de leerlingen erbij kunnen. Hoewel ze daar niet altijd even veel gebruik van maken. Behalve rond proefwerken, zegt Pruiksma.

    Digitale schoolborden zijn natuurlijk niet nieuw. Er zijn – ook op de Bogerman – experimenten die baanbrekender zijn (zie kader). In Eibergen krijgt een basisschool drie weken les met alleen maar digitale apparatuur. Maar het onderzoek ’Leren met meer effect’ kijkt juist naar wat werkt, niet naar wat kan, zegt Alfons ten Brummelhuis, hoofd onderzoek van Kennisnet. „In het ICT-onderzoek wordt vaak gekeken naar wat er allemaal technisch mogelijk is, niet naar waar scholen behoefte aan hebben.”

    Want ICT op zichzelf is volgens Ten Brummelhuis niet zaligmakend. „In potentie kun je met digitale leermiddelen effectiever, efficiënter en aantrekkelijker werken. Maar dan komt de bijsluiter: het materiaal moet samenhang hebben met wat je wilt bereiken. De docent moet ermee om kunnen gaan. En de crux: de juiste combinatie van lesgeven door een leraar en ICT.” Want een klas zonder extra begeleiding met een computer laten werken geeft een dramatisch resultaat, blijkt uit onderzoek.

    Ook uitgevers zijn druk bezig met het vinden van die ideale combinatie. En ook zij zijn erachter dat een te sterke focus op digitale leermiddelen niet werkt, zegt Jan van Miert, uitgeefmanager bij Malmberg, dat onlangs nog een IPON-award won, de prijs voor het beste digitale leermiddel. „Je moet altijd kijken: wat is effectief, en wat heeft kwaliteit?”

    Volgens Van Miert werken digitale toepassingen vooral op drie terreinen: presentatie, oefenen en toetsen. „In de presentatie kun je met een digitaal schoolbord bijvoorbeeld filmpjes laten zien. Het zien van een ingewikkelde scheikundeproef kan het begrip van de onderliggende principes helpen.”

    Op het gebied van oefening en toetsing is het vooral handig dat de docent alles op de individuele leerling kan afstemmen. Als onderdeel van het prijswinnend materiaal ontwikkelde Malmberg een digitale adviestoets. „Door een aantal oefeningen te maken ziet de leerling waar hij staat. Kan hij plusmateriaal aan? Of moet hij op dat ene onderwerp nog even door oefenen?”

    Toch zijn er genoeg terreinen te bedenken waarop ICT weinig toevoegt of zelfs een hindernis is. Als je de leerlingen van de Bogerman vraagt wat er nou níet werkt bij ICT in de klas, zijn ze er snel uit: de verkeerde leraar ervoor zetten. Leonie: „Als een leraar met de techniek staat te stuntelen, ga je je alleen maar focussen op wat er allemaal fout gaat.”

    Van Miert heeft ook wat inhoudelijke voorbeelden: „Het inkleuren van kaarten bij aardrijkskunde bijvoorbeeld, of het lezen van teksten. En de laatste jaren zijn er veel actieve leervormen waarbij leerlingen moeten overleggen. Dat gaat lastig als ze allemaal achter een computer zitten.” Een toekomst waar leerlingen de hele dag achter de computer zitten ziet hij dan ook niet voor zich. „Dat zou zonde zijn.”

    Dat vindt ook wiskundeleraar Pruiksma niet de bedoeling. „Ik geef ook niet alleen maar met het digibord les. Je moet blijven afwisselen om de aandacht vast te houden.” Zijn klassen doen mee aan vervolgonderzoek, om te kijken of de prestaties op de langere termijn omhooggaan.

    „En ook al lukt dat niet, het is op zich al mooi dat leerlingen de wiskundeles een stukje leuker vinden.”

    © Trouw 2010,

    Bron van dit artikel:

    http://www.trouw.nl/onderwijs/article3040734.ece

    www.trouw.nl/onderwijs/article3040734.ece

  • Ani

    Digitale schoolborden

    Met name in het voortgezet onderwijs is er bijna geen school meer zonder: het digibord.

    Op het digitale schoolbord kun je schrijven en tekenen als op een gewoon schoolbord, maar ook internetpagina’s oproepen en filmpjes laten zien.

    Alles wat je op een digibord opschrijft, kun je ook opslaan om het later nog eens terug te zien.

    93 procent van de middelbare scholen heeft er inmiddels een. Op de basisscholen heeft twee op de drie scholen minstens één digitaal schoolbord. In 2007 was dat nog maar 10 procent van de scholen. Over twee jaar werken alle scholen met een digibord, verwacht Kennisnet.

    trouw.nl