Meer kindvertrouwen dan in de meester

  • Rachel

    Hallo allemaal,

    Vandaag kwam mijn dochter van 10 thuis met huiswerk.

    Zij moest de vervoegingen van de werkwoorden invullen

    in voorgeschreven zinnetjes zoals bijvoorbeeld hier onder.

    ( lopen ) Gisteren ……….de jongen naar huis.

    of

    ( gebeuren ) Wat is er met hem ……….?

    Ik liet haar in eerste instantie haar gang gaan , maar het merendeel van haar antwoorden was fout.

    Zodoende vroeg ik haar of zij de termen; tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord etc. en stam kende, waarop negatief geantwoord werd.

    Nu maak ik mij ernstige zorgen omdat zij hierna nog maar één jaar te gaan heeft voordat zij op het voortgezet onderwijs komt.

    Ik probeer haar thuis allerlei dingen( achtergronden ) bij te brengen om haar toch maar niet naar het VMBO telaten gaan maar echt een stapje hoger.

    Thuis begrijpt ze alles als ik het haar heel eenvoudig uitleg, en raakt ze echt geinteresseerd als ze het begrijpt en daarna vindt ze het vaak nog leuk ook.

    Maar nu is mijn vraag: waarom weet zij deze eenvoudige dingen niet, terwijl ik het toentertijd wel wist?

  • Bas Bintje

    Ik weet het ook! Gisteren liepte de jongen naar huis en wat is er met hem gebeurt? Komp omdat ik het vroeger geleert hep. En jong geleert is aud gedoet.

  • Marto

    'Vroeger' moesten de leerlingen taalregels gewoon leren en door ‘eindeloos’ oefeningen doen zich deze regels eigen maken. Het voordeel van deze methode is dat veel leerlingen deze regels ook gewoon kenden en beheersten. Het nadeel is dat deze regels niet door iedere leerling begrepen werden en daardoor niet altijd goed werden toegepast.

    De huidige methoden proberen de leerling meer ‘inzicht’ te geven. Op zich is dat goed, maar wat er nu veelal ontbreekt is de pure systematische oefening, d.w.z. oefeningen zonder een afleidende context, om de regels te automatiseren.

    Soms worden zaken ook gewoon niet goed uitgelegd.

    Leerlingen hebben ook soms het idee dat ze regels kennen en beheersen op het moment dat ze de regels (denken te) begrijpen. Ze zijn of lijken daardoor minder gemotiveerd om oefeningen te doen (ik kan het al). Ze vallen dan door de mand als ze een toets moeten doen. Het slechte resultaat is dan vaak een reden om gedemotiveerd te raken (ik kan het toch niet), waardoor ze nog minder zin hebben om te oefenen. De docent moet dan van de leerling het vertrouwen zien te winnen om de leerling te kunnen overhalen om alsnog te gaan oefenen.

    .

  • *** Lotje ***

    Vroeger werd het er ingestampt . Ik denk zelf dat het ook ken komen van Sms taal . Dat daar de jeugd meer mee bezig is dan met het gewone Nederlands.Dan nog neem het ene kind het beter op dan het andere. Misschien is ze wel beter in andere vakken . Net wat je zegt , probeer eenvoudig en rustig uit te leggen……

    Groet, Lotje