Kerndoelen Aardrijkskunde

  • Kakilmis

    Beste Prikkers,

    Ik heb een presentatie over het vak aardrijkskunde. Ik moet daar de kerndoelen en de positie van het vak aardrijkskunde behandelen.

    Kunnen jullie mij sites aanraden?

    Weten jullie of deze kerndoelen nog steeds geldig zijn? Of is het al inmiddels veranderd?

    De kerndoelen zijn opgedeeld in 5 domeinen:

    A. De geografische basis

    B. Een eigentijds beeld van de wereld

    C. Een eigentijds beeld van Europa

    D. Een eigentijds beeld van Nederland

    E. Een eigentijds beeld van de eigen omgeving

    De geografische basis hebben leerlingen nodig om zich een beeld van de wereld, Europa, Nederland en Europa te kunnen vormen. In de kerndoelen wordt per ruimtelijk niveau aangegeven wat leerlingen in de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs zouden moeten kennen en kunnen. Bij de formulering van het leerlinggedrag in deze kerndoelen is standaard gekozen voor de werkwoorden ?beschrijven? en ?verklaren? vanuit het idee dat leerlingen op dit niveau in ieder geval moeten weten ?wat waar? is en ?waarom daar?. Waar meningsvorming aan de orde is zoals bij ruimtelijke conflicten en milieuvraagstukken gaan wij er vanuit dat dat in de klas aan de orde komt ook al wordt het niet getoetst. Soms is verklaren noch meningsvorming aan de orde voor leerlingen op dit niveau, zoals bij de beschrijving van de ligging en kenmerken van het reliëf in Europa. Tot slot moet opgemerkt worden dat het bij ?verklaren? er om gaat dat leerlingen niet alleen inzicht verwerven, naar dat zij dat inzicht ook in nieuwe situaties kunnen toepassen.

    2. KERNDOELEN

    A. DE GEOGRAFISCHE BASIS

    1. Leerlingen kunnen de geografische manier van kijken toepassen bij de bestudering van gebieden en verschijnselen in gebieden. Dat wil zeggen dat leerlingen in staat zijn bij de bestudering van gebieden en verschijnselen in gebieden zowel menselijke als natuurlijke factoren in de beschouwing te betrekken als ook relaties binnen en tussen gebieden. Daarmee kunnen zij een beeld opbouwen van en zich een mening vormen over de wereld om hen heen.

    2. Leerlingen beschikken over eenvoudige veldwerkvaardigheden.

    3. Leerlingen beschikken over eenvoudige kaart- en atlasvaardigheden en kennen de basistopografie van de wereld, Europa en Nederland.

    B. EEN EIGENTIJDS BEELD VAN DE WERELD

    1. Leerlingen kunnen de ligging en enkele kenmerken van de belangrijkste klimaat-en vegetatiezones op aarde beschrijven en verklaren.

    2. Leerlingen kunnen de ligging en kenmerken van de hoofdlijnen van het reliëf op aarde en de processen die gebergtevorming, vulkanisme en aardbevingen veroorzaken, beschrijven.

    3. Leerlingen kunnen enkele belangrijke milieuproblemen op aarde zoals ontbossing, erosie, verwoestijning en het versterkte broeikaseffect beschrijven en verklaren.

    4. Leerlingen kunnen de spreiding en groei van de bevolking in de wereld en de veranderingen daarin beschrijven en verklaren.

    5. Leerlingen kunnen de ligging en enkele kenmerken zoals taal en godsdienst van de grote cultuurgebieden in de wereld beschrijven.

    6. Leerlingen kunnen de ligging en kenmerken van gebieden met een verschillende economische ontwikkeling en de handelsrelaties tussen die gebieden op mondiaal niveau beschrijven en verklaren.

    7. Leerlingen kunnen aan de hand van de gegrafische manier van kijken via een eenvoudig onderzoek een globale geografische beschrijving geven van de Verenigde Staten, China, Marokko of Turkije.

    C. EEN EIGENTIJDS BEELD VAN EUROPA

    1. Leerlingen kunnen de ligging en enkele kenmerken van de belangrijkste klimaat- en vegetatiezones en het reliëf in Europa beschrijven.

    2. Leerlingen kunnen enkele belangrijke milieuproblemen in Europa zoals de grensoverschrijdende vervuiling van rivieren beschrijven en verklaren.

    3. Leerlingen kunnen de spreiding en groei van de bevolking in Europa en de veranderingen daarin beschrijven en verklaren.

    4. Leerlingen kunnen de ligging en kenmerken van gebieden met een verschillende economische ontwikkeling en de handelsrelaties tussen die gebieden op Europees niveau beschrijven en verklaren.

    5. Leerlingen kunnen gevolgen van de samenwerking tussen landen van de Europese Unie voor verschillende landen in Europa beschrijven en verklaren.

    6. Leerlingen kunnen aan de hand van de geografische manier van kijken via een eenvoudig vergelijkend onderzoek een globale geografische beschrijving geven van een West-Europees, een Zuid-Europees en een Midden/Oost-Europees land.

    D. EEN EIGENTIJDS BEELD VAN NEDERLAND

    1. Leerlingen kunnen de strijd tegen en om het water in Nederland beschrijven en verklaren.

    2. Leerlingen kunnen het landschap van hoog en laag Nederland beschrijven en verklaren.

    3. Leerlingen kunnen enkele belangrijke milieuproblemen in Nederland zoals de vervuiling van lucht en bodem beschrijven en verklaren.

    4. Leerlingen kunnen de spreiding en enkele kenmerken zoals de leeftijdsopbouw en etniciteit van de bevolking in Nederland beschrijven en verklaren.

    5. Leerlingen kunnen de veranderende ruimtelijke inrichting van Nederland op het gebied van wonen, werken, recreëren en vervoer globaal beschrijven en verklaren.

    E. EEN EIGENTIJDS BEELD VAN DE EIGEN OMGEVING

    1. Leerlingen kunnen uitgaande van een vraagstelling een eenvoudig fysisch-geografisch onderzoek (veldwerk) in de eigen omgeving uitvoeren en het verkende landschap beschrijven en verklaren.

    2. Leerlingen kunnen uitgaande van een vraagstelling een eenvoudig sociaal-geografisch onderzoek (veldwerk) in de eigen omgeving uitvoeren en het verkende gebied beschrijven en verklaren.

    3. Leerlingen tonen zich betrokken bij hun eigen leefomgeving. Dit blijkt uit het feit dat zij ruimtelijke conflicten in de eigen omgevingen kunnen beschrijven en verklaren en zich daarover een mening vormen.

    MVG,

    Kakilmis

  • Henk M.

    Wat een theoretische prietpraat! Ga lesgeven, man!

  • Kakilmis

    Blub blub blub..

  • sarah

    jeetje kan niemand normaal op dit bericht reageren?!

    Als je zo reageert hoor je niet in het onderwijs thuis!