De klassieke regel is, dat het lijdende voorwerp uit de actieve zin onderwerp wordt in de passieve zin (= een zin waarin het werkwoord worden voorkomt).
Het befaamde voorbeeld:
De slager slacht de koe.
De slager = onderwerp
slacht = werkwoordelijke gezegde
de koe= lijdend voorwerp.
Maken we deze zin passief, dan luidt hij:
De koe wordt door de slager geslacht.
De koe= onderwerp
wordt geslacht = ww. gezegde
door de slager = bijw. bepaling
Stel de vraag:
Wie/wat wordt ?
Dus: Wie/wat wordt meegegaan naar de bioscoop?
Antwoord: geen. Dit is een onzinvraag; geen lijdend voorwerp.
Overigens: het woordje ‘mee’ kun je bij het ww gezegde rekenen (volledige werkwoord is nl. meegaan) Het is een zg scheidbaar werkwoord.
Coördinator