wiskundeniveau

  • melissa

    In het nieuwsblad van een technische universiteit wordt de zorg uitgesproken over het lage wiskundeniveau van de eerstejaars studenten. De uitslag van een test (in Eindhoven,Delft en Twente) gaf aan dat nog geen 50 procent van de studenten een voldoende scoorde. Als een van de oorzaken werd aangegeven het gebruik van de grafische rekenmachine op de middelbare school, zelfs tijdens het examen. Er zal ook een alarmerende brief naar de minister gaan en een artikel geplaatst worden in een vakblad voor wiskundedocenten.

  • Zwannie

    Veel leraren staan een rekenmachine al toe terwijl nog de verkeerde stappen worden gezet, er nog geen inzicht is, en er nog geen globale uitkomsten kunnen worden ingeschat. Leerlingen nemen dan de foute antwoorden van de rekenmachine over, als ze bij het intoetsen fouten maken. Een komma op de verkeerde plek valt bijv.niet op, omdat de uitkomst niet kan worden ingeschat. Mij is altijd geleerd dat schatten belangrijker is dan rekenen. Om dit probleem te voorkomen zouden leraren regelmatig moeten checken of leerlingen de stof begrijpen en of ze de handelingen in de juiste volgorde doen. Daarna is een rekenmachine erg handig, waarmee je veel tijd wint.

  • Karel de Gucht

    Met de grafische (en programmeerbare, dat vergeet men vaak) zou het niveau juist omhoog kunnen. Bij “onderzoek de functie en teken de grafiek” is de leraar geïnteresseerd in de exacte uitkomsten. Moest je vroeger wat op papier ploeteren om tot een uitkomst te komen, nu kan de grafische en programmeerbare rekenmachine je een steun zijn om tot de juiste uitwerking te komen.

  • Karel de Gucht

    Ik gebruik de rekenmachine al vanaf 1979, Zwannie, en ik heb nog nooit problemen gehad met schattend rekenen.

  • Zwannie

    Je snapt het niet: mijn antwoord gaat niet over jou, maar over degenen die een rekenmachine al gebruiken terwijl ze dat nog niet kunnen.

  • Karel de Gucht

    En het zijn tegenwoordig allemaal wizzkids. Die doen jou nog wat voor.

  • jk

    Er stond laatst een artikel in de krant.

    De juf moet weer leren rekenen, ze hadden het over de juf op het basisonderwijs.

    Ze vonden dat het niveau op de PABO omhoog moet het schijnt dat er veel leerlingen op de PABO niet kunnen rekenen op het niveau van groep 8.

    Voorzover ik weet word er op de basisschool niet met rekenmachines gewerkt, het probleem zit dus in de basis.

    Ik denk dat het fout gaat met de rekenmethode die gebruikt wordt op de basisschool.

    Ik heb daar een gesprek over gehad met de leerkracht rekenen op de PABO.

    Er wordt op veel basisscholen gewerkt met dezelfde methode en die heeft een andere denkwijze dan de rekenmethode die vroeger in de jaren 50 - 60 gebruikt werd.

    Bij mijn kinderen op school werd de ouders ook het advies gegeven om de kinderen niet te helpen met rekenen via de oude methode want dan begrepen ze er niets meer van.

    Heel raar vond ik dat want 1 + 1 = 2 hoe je het ook bekijkt maar toen ik eens zag hoe mijn kinderen deel en maal sommen maakten en breuken begreep ik er in eerste instantie niets van.

    Het heet tegenwoordig geloof ik inzichtelijk rekenen, nou voor mij was het bepaalt niet inzichtelijk.

    Ik denk dat een heel groot deel van de problemen al over zijn als de kinderen op de basisschool weer leren rekenen zoals wij het geleerd hebben.

    Als de methode die nu gebruikt wordt inderdaad niet goed is dan betekent dat wel dat er misschien wel 2 generaties niet goed hebben leren rekenen.

  • Karel de Gucht

    je kunt kinderen prima het algoritme van staartdelen of vermenigvuldigen leren, zonder dat ze het kunnen bewijzen. Omdat men kinderen het niet kan laten begrijpen, kiest men voor de omslachtigere methoden van inzichtelijk rekenen. Moet je mensen, die het verschil tussen debet en credit niet kennen, dan ook maar met plusjes en minnetjes laten werken op de MEAO?

  • Theo

    VWO -leerlingen met wiskunde B1 in hun profiel kiezen dit vak niet (meer) uit belangstelling, maar omdat zij dit vak nodig (denken te) hebben in hun vervolgstudie. Deze leerlingen volgen Wiskunde B1 (vaak) samen in een groep leerlingen die wel in wiskunde B1 zijn geinteresseerd….. Het komt zelfs voor dat deze twee groepen worden gecombineerd met een groep leerlingen met zowel wiskunde B1 als wiskunde B2 in hun profiel. Kortom, een ‘wiskundegroep’ is vaak een gemengd gezelschap van leerlingen met diverse studiemotieven. Voor een docent wiskunde is het dan lastig om de moeilijkheidsgraad van de leerstof te bepalen. Moet de docent de leerstof aanpassen aan de capaciteiten van de leerlingen voor wie wiskunde B1 een ‘noodzakelijk kwaad’ is? Of moet hij / zij zich richten op de ‘betere’ wiskundeleerling (=leerling met wiskunde B2)?

    Het gebruik van de (grafische) rekenmachine, is naar mijn mening, funest voor de ontwikkeling van het wiskundige denken bij (jonge) leerlingen. Ik heb niets tegen het gebruik van een grafische rekenmachine, maar wel tegen een verkeerd gebruik ervan: leerlingen laten zich (te) vaak leiden door de uitkomst in het beeldscherm van de grafische rekenmachine.

    In de jaren zeventig, tachtig en het begin van de jaren negentig (van de vorige eeuw) moesten leerlingen nog leren hoe zij een eenvoudig wiskundig bewijs netjes en overzichtelijk moesten opschrijven. Dit gebeurde zo: zij moesten opschrijven (en netjes) wat het gegeven was, wat er gevraagd werd: een berekening of een bewijs en dan de berekening of het bewijs zelf duidelijk noteren. Elke stap in de berekening of het bewijs moesten zij kunnen verantwoorden. Hoe? Door bij elke stap te vermelden op welk axioma (!), op welk postulaat(!), op welke definitie of welke stelling zij een beroep hadden gedaan.

    Tegenwoorrdig weten VWO -6 leerlingen niet wat een axioma is, laat staan wat de betekenis van het woord postulaat is. Het woord definitie wordt in leerboeken wiskunde voor het voortgezet onderwijs nog wel genoemd maar ‘'definitie’' speelt verder geen rol in de oplossing van vraagstukken. En ‘'netjes’' (op)schrijven is er (vaak) niet meer bij… Het bewijzen in de wiskunde komt summier aan de orde in het onderdeel meetkunde einde VWO- 5, begin VWO 6, …. helaas (veel) te laat……

    Een toenemend aantal docenten met een HBO-opleiding wiskunde tweede graad, geeft het vak wiskunde in de tweede fase van het HAVO/ VWO. Een probleem daarbij is dat het niveau van hun (HBO)- opleiding wiskunde tweede graad de laatste jaren hollend achteruit is gegaan……helaas. Correct wiskundig redeneren en bewijzen hebben die docenten nauwelijks geoefend.

    Tenslotte,……….de beoordeling van toetsen wiskunde. Om problemen met directie en/ of ouders te voorkomen, neigen veel docenten wiskunde er toe om een geflatteerd cijfer te geven voor toetsen wiskunde. En zelfs op het eindexamen VWO wordt een antwoord met tenminste 1 punt beloond, als het antwoord maar enigszins in de ‘goede richting’ wijst.melissa schreef:

    >

    > In het nieuwsblad van een technische universiteit wordt de

    > zorg uitgesproken over het lage wiskundeniveau van de

    > eerstejaars studenten. De uitslag van een test (in

    > Eindhoven,Delft en Twente) gaf aan dat nog geen 50 procent

    > van de studenten een voldoende scoorde. Als een van de

    > oorzaken werd aangegeven het gebruik van de grafische

    > rekenmachine op de middelbare school, zelfs tijdens het

    > examen. Er zal ook een alarmerende brief naar de minister

    > gaan en een artikel geplaatst worden in een vakblad voor

    > wiskundedocenten.

  • Karel de Gucht

    Dus er groeien straks generaties op, die het woord “definitie” niet kennen, terwijl je dat in kantoorsituaties ook gebruikt?

    "Een probleem daarbij is dat het niveau van hun (HBO)- opleiding wiskunde tweede

    graad de laatste jaren hollend achteruit is gegaan."

    Waarom dan? Geef de propædeuse niet, als je twijfelt. Zuiver eruit, wat er niet in thuishoort.