Het klopt een beetje. De inspectie vraagt inderdaad naar de gegevens van leerlingen van na 1 oktober. Dat doet de inspectie om te controleren of scholen nog steeds die 1 oktobergrens toepassen (de scholen op de verblijfsduur attent maken, zie onder) De conclusie ‘Dus ook de inspectie hanteert (nog ) de 1 oktober gren’ is dus niet juist.
Hier het antwoord dat op Ouders Online gepubliceerd werd op 10 maart 2005
Geachte mevrouw
Hierbij de reactie van de inspectie op uw vragen over de verblijfsduur van leerlingen in de kleuterbouw.
De wettelijke basis voor de door- en uitstroom van leerlingen ligt in de verblijfsduur in het primair onderwijs van 8 jaar en het bevorderen van de continue ontwikkeling (WPO, artikel 8, lid 1 en lid 2). Hoewel ten aanzien van de continue ontwikkeling er sprake is van een wettelijke basis, is deze zo ruim gesteld dat het voor de inspectie niet mogelijk is - en vanuit het beleid tot vermindering van regelgeving zelfs ongewenst * om hier een strikte invulling aan te geven in oordelende zin. Scholen hebben immers een grote mate van vrijheid bij de inrichting van het onderwijs. De inspectie gaat met scholen wel de discussie aan of door de school gemaakte keuzes overeenkomen met het principe van de continue ontwikkeling.
De inspectie heeft eveneens een signaalfunctie om scholen op bovengenoemde wettelijke aspecten van de verblijfsduur van leerlingen in het basisonderwijs * en in dat kader dus ook de verblijfsduur in de onderbouw - attent te maken. Dit geldt des te sterker op die scholen waar de bestaande praktijk van hanteren van de (inmiddels irrelevante) datum van 1 oktober als richtlijn bij de overgang naar groep 3 wordt toegepast. Omdat inmiddels is gebleken dat het hanteren van percentages in de rapportage hierover tot verwarring leidt, wordt deze praktijk thans verlaten.
De inspectie heeft er geen bezwaar tegen om dit antwoord op Ouders Online te publiceren.
Met vriendelijke groet,
mw. A.E. Tuin
publieksvoorlichter
Het lijkt me zinnig als je even schriftelijk reageert op de directeur. Dat kan met de volgende strekking.
Geachte directeur,
Hartelijk dank voor uw schrijven en uw aanbod om in het komende jaar te bezien of onze dochter alsnog naar groep 3 zou mogen. Het blijft een beetje jammer dat u hierbij een achterhaalde datum als grens voor doorstroom hanteert. Het hanteren van deze grens heeft voor onze dochter het gevolg dat zij de basisschool niet in de gestelde 8 jaar zal kunnen doorlopen, tenzij ze inderdaad alsnog in groep 3 geplaatst zou worden.
Uw schrijven wekt echter weinig vertrouwen dat dat ook echt zal gebeuren. Vooral omdat u zo hardnekkig aan de door u gekozen doorstroomdatum blijft hechten.
In de bijlage vindt u een op Ouders Online gepubliceerd antwoord van de inspectie dd 10 maar 2005. In dit antwoord vindt u ook een verklaring voor het feit dat de inspectie scholen om gegevens van leerlingen van na 1 oktober vraagt. Dat is niet omdat die grens er nog toe doet, die datum is irrelevant stelt de inspectie, maar juist om scholen attent te maken op het feit dat die datum er niet toe doet en dat de school dient te rekenen met de gestelde termijn van 8 jaar.
Uw opmerking:“Ook de onderwijsinspectie vraagt bij haar jaarlijksonderzoek (juni 2005) naar de gegevens van leerlingen die op 1 oktober 2004 in groep 3 zitten die zijn geboren na 1 oktober 1997 en voor 1 oktober 1998.” kan daarom juist zijn, maar de conclusie die u eraan verbindt en voor al de daarbij gewekte suggestie dat ook de inspectie de datum 1 oktober als datum gebruikt voor de indeling van de groepen, klopt niet (zie bijlage).
Dat onze gemeente nog geen invuling geeft aan het GOA beleid, betekent niet dat de in de monitor genoemde definitie niet van toepassing is. Die definitie is afgeleid uit de wet en geldt daarmee landelijk. Voor onze dochter betekent dat dat als ze niet doorstroomt naar groep 3 als zittenblijver (vertraagd) te boek zal staan. Dat u dat niet zo noemt doet daar niets aan af.
Het is een ambtelijke definitie gebaseerd op de wet die invloed heeft op de leerrechten van onze dochter (aanvang lesgeld een schooljaar eerder bijvoorbeeld) en die geen rekening houdt met de vrijheid die u neemt deze definitie links te laten liggen. De gevolgen voor onze dochter zijn evident.
Wij zouden vrede hebben met het zittenblijven van onze dochter als er aanwijzingen waren die dat rechtvaardigen. Die aanwijzingen zijn er niet. Ze leest al en op de overige taken scoort ze C niveau. Toegegeven, ze is geen hoogvlieger, maar dat is wat ons betreft ook niet nodig. Ze mag zichzelf zijn en wij hebben niet het idee dat ze iemand anders, wel een hoogvlieger, zal worden van een jaar extra kleuteren.
De aan u uitgereikte publicatie uit het blad BasisschoolManagement van februari 2005, bevestigt dat vermoeden.
We vrezen wel dat een jaar extra kleuteren een negatieve invloed zal kunnen hebben op haar motivatie en wij baseren ons daarbij onder andere op de in de GOA kernmonitor genoemde risico's van zittenblijven.
Het lijkt ons daarom niet zinnig om de beslissing voor doorstroom uit te stellen naar volgend schooljaar. Onze dochter heeft de leeftijd die wettelijk gezien voor doorstroom in aanmerking komt en een niveau dat niet zorgelijk is, al is ze geen hoogvlieger.
Wij vertrouwen erop dat u, in het belang van onze dochter en haar leerrechten, bereid bent de door u gekozen doorstroomdatum te laten varen en onze dochter conform de wettelijk gestelde termijn zult laten doorstromen naar groep 3.
EINDE
——————